Bosuil

Geen uil die zo tot de verbeelding spreekt als onze bosuil. Vooral de roep van het mannetje, het bekende hoe… hoe-hoe-hoe-hoeeee…, is soms wat spookachtig en spannend. Filmregisseurs maken er niet voor niets dankbaar gebruik van.

Bosuilen leven vooral in oudere (loof-)bossen. Soms worden ze ook wel aangetroffen in stadswijken met veel groen of in grote parken. Oude bomen zijn van belang voor bosuilen, omdat daar holtes inzitten. Die holtes hebben ze nodig om in te nestelen.

Bosuilen horen tot de orde van de Strigiformes. Dat zijn de ‘echte uilen’, die ongeveer 235 soorten telt (o.a. steenuil, ransuil en oehoe). In Nederland zitten ongeveer 5200-6400 broedparen (Sovon). In Echt-Susteren kennen we de territoria van 25 broedparen. Die 25 territoria zijn vastgesteld door in de wintermaanden in de bossen te gaan luisteren naar roepende bosuilen.  

De bosuil is ongeveer net zo groot als een zwarte kraai, heeft een brede ronde kop, zwarte ogen, scherpe klauwen en brede korte vleugels. Dat laatste is handig, omdat deze uil tussen de bomen door moet vliegen. Lange vleugels zijn dan lastig.

Het is een echte nachtvogel, die pas actief wordt zodra het donker is. Dan gaat de bosuil op zoek naar voedsel. Dat voedsel kan van alles zijn. Muizen, jonge konijnen en vogels staan allemaal op het menu.

Een bosuil kan 10-15 jaar oud worden, ze hebben een vast territorium en een koppel blijft voor het leven bij elkaar. Bij het verdedigen van het territorium of het nest kunnen bosuilen behoorlijk agressief worden.

Omdat er niet veel oude bossen meer zijn, hebben bosuilen soms moeite om geschikte nestgelegenheid te vinden. Om hen hierbij te helpen zijn in verschillende bossen in Echt-Susteren nestkasten opgehangen.     Zolang er voldoende holtes in de buurt zijn, zal een bosuil daar gebruik van blijven maken, maar we zien toch dat ze een paar van onze nestkasten in gebruik hebben genomen. 

In de gemeente Echt-Susteren hangen 12 nestkasten. Deze worden elk jaar gecontroleerd. In 5-8 daarvan wordt regelmatig door bosuilen gebroed.

Bij de controles van die nestkasten worden de jonge bosuilen gewogen, gemeten en geringd. Gemiddeld gaat het hierbij om 15-20 jonge bosuilen.

Hoor je ergens een roepende bosuil? 

Neem dan contact op via ons contactformulier of met de coördinator van de uilenwerkgroep.

Coördinator

Geco Visscher

06-21545462 / gecovisscher@gmail.com

Foto Bosuil: André Eijkenaar