Steenuil

De steenuil is het kleinste uiltje dat in Nederland broedt. Iets groter dan een merel, maar toch heel anders. Met de felgele ogen, de wenkbrauwen en de typische ‘uilenkop’, is het een uiltje dat bij veel mensen bekend zal zijn. Helaas zijn er maar weinig mensen die deze uil in hun tuin of op hun erf hebben. Er zijn namelijk niet zo heel veel steenuilen in Nederland. De schatting is dat er ongeveer 9000 broedparen zijn (Sovon). Limburg tel ongeveer 500 broedparen (Vogelwacht Limburg-SWL) en in de gemeente Echt-Susteren leven tussen de 45 en 50 broedparen.

De steenuil heeft het niet gemakkelijk. 

Goede broedplaatsen, zoals bijvoorbeeld oude hoogstamboomgaarden en vervallen schuurtjes, verdwijnen steeds meer. Ook de achteruitgang van de biodiversiteit is voor de steenuil een steeds groter probleem. 

Het voedsel waar de steenuil van leeft is heel verschillend. Muizen, kevers, slakken, regenwormen en af en toe een kikker of een vogel horen allemaal tot het menu van dit uiltje. Een gevolg van achteruitgang van biodiversiteit is, dat het voedselaanbod voor de steenuil minder groot is en dat de uil steeds meer moeite moet doen om aan voldoende voedsel te komen.

De steenuil is een vogel die zowel bij daglicht als in de duisternis jaagt. De nadruk ligt wel op jagen in de avond en nacht, maar als er een paar jongen gevoed moeten worden, dan gaat de steenuil ook overdag op jacht. Het uiltje zit dan vaak op een vaste plek. Een weipaal, dakgoot of een tak dienen dan als uitkijkpunt. Deze uitkijkpunten zijn belangrijk. De steenuil is namelijk een uil die bij de jacht vooral gebruik maakt van zijn ogen. Vanaf die uitkijkpost duikt de uil op de prooi en pakt deze met de scherpe klauwen vast. Bij steenuilen jagen zowel het mannetje als het vrouwtje. In de periode echter dat er kleine jongen zijn, is het de taak van het mannetje om voor voedsel te zorgen. Het vrouwtje houdt de jongen warm en voert ze. In die periode is het mannetje maar heel zelden in de nestkast. Daarvoor heeft hij het te druk.

Dat vaste uitkijkpunt is trouwens niet alleen belangrijk voor de jacht. Steenuilen houden ervan om bij lekker weer, heerlijk in het zonnetje te zitten doezelen. 

Een landschap met een goede biodiversiteit is belangrijk voor steenuilen. Ze houden van een landschap dat afwisselend is. Hier en daar een houtwal, weilanden met wat kruiden erin en een rommelig overhoekje staan bijna garant voor voldoende voedsel. Een tuin met een composthoop, een erf met een mestvaalt helpen natuurlijk ook. In de winter kan de steenuil geholpen worden door  een muizenruiter te plaatsen.

Oude vervallen schuurtjes en holtes in oude bomen zijn de favoriete plaatsen waar steenuilen willen nestelen. Deze plaatsen zijn steeds minder beschikbaar. Onze werkgroep heeft daarom gezorgd voor vervangende nestgelegenheid. In Echt-Susteren zijn inmiddels 80 nestkasten geplaatst. Van een groot deel wordt door de steenuil dankbaar gebruik gemaakt. Af en toe wordt een nestkast alleen als slaapplaats gebruikt, maar een groot aantal wordt jaarlijks gebruikt om eieren te leggen en jongen groot te brengen. 

Met een paar enthousiaste vrijwilligers worden al deze nestkasten jaarlijks bezocht en onderhouden. Ook worden er elk jaar wel een paar nieuwe nestkasten geplaatst. 

Steenuilen worden in de gemeente Echt-Susteren intensief geïnventariseerd. Dit ‘broedbiologisch onderzoek’ wordt gedaan volgens de methode die STONE voorschrijft. STONE is de landelijke organisatie die zich bezighoudt met onderzoek naar steenuilen.  

Het broedbiologisch onderzoek start in de wintermaanden. Dan worden nestkasten bezocht, om te kijken welk mannetje er in dat territorium zit. De steenuil is een vogel met een eigen territorium. Gedurende het hele jaar, maar vooral in het vroege voorjaar, laat het mannetje duidelijk horen dat hij in een bepaald gebied zit. Met die territoriumroep laat de steenuil aan ‘vrije vrouwtjes’ weten dat hij beschikbaar is en aan rivalen laat hij weten dat dit zijn gebied is.

Door deze roepende mannetjes te inventariseren weten we vrij nauwkeurig waar in Echt-Susteren    de steenuilen zitten.

In het broedseizoen worden alle nestkasten gecontroleerd. De nesten worden vervolgens nog 3 of 4 keer bezocht. Hierbij wordt onderzoek gedaan naar de conditie van de eieren en jongen. De jongen worden telkens gewogen en de vleugellengte wordt opgemeten. Ook wordt gekeken naar de  prooien die in de nestkasten liggen. Van muizen wordt bepaald welke soorten er als voorraad liggen. Als jonge steenuilen wat ouder zijn (ouder dan 14 dagen) worden ze geringd. Daarmee kan in de jaren daarop onderzoek gedaan worden naar de verplaatsingen van steenuilen. 

De onderzoeksgegevens worden jaarlijks aan Sovon verstrekt. 

Zit er regelmatig een steenuil bij je woning of boerderij? 

Neem dan contact op via ons contactformulier of met de coördinator van de uilenwerkgroep.

Coördinator

Geco Visscher

06-21545462 / gecovisscher@gmail.com

Onze onderzoeksresultaten

Nesten: aantal nesten
Eieren:aantal uitgekomen eieren
Jongen:aantal succesvol uitgevlogen jongen